Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [19]Te dien tijd zal den HEERE der heirscharen een geschenk gebracht worden [van] [20]het volk, dat getrokken is en geplukt, en [21]van het volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel [en] regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen, tot den berg Sion. 19. In vs.7 doet God [gelijk elders dikwijls] een troostelijke belofte van de genadige beroeping der Moren, of Assyriers, en dergelijke andere vijandelijke heidense volken, tot de gemeenschap des Heeren Christus en zijne kerk. Vergelijk onder hfdst.19 vs.19 enz., en zie dergelijke profetieen van de Moren, Ps.68:32, en Ps.87:4; hfdst.45 vs.14; Zef.3:10, en een aanmerkelijk voorbeeld, Hand.8:27, enz. 20. Waarvan boven vs.2. 21. Dat is, van enigen van dit vreeslijk volk. Aldus moet men ook het woord van nemen en verstaan, Matth.23:34, en van hen zult gij doden; dat is, sommigen van hen zult gij doden.